-
1 notification
-
2 ban
ban [bã]〈m.〉♦voorbeelden:les bans de mariage sont affichés • het huwelijk is bekendgemaakt3 un ban pour le vainqueur! • één hoeraatje voor de winnaar!5 être en rupture de ban • een uitwijzingsbevel negeren; 〈 figuurlijk〉 met alle sociale conventies gebroken hebbenmettre au ban • in de ban doen, verbannen -
3 Meldung
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский